Menu
Myrthe van der Heijde (26) stopte met de opleiding Muziekmanagement om ‘iets praktisch’ te gaan doen: de hbo-opleiding Verpleegkunde. En de witte jas past haar beter dan ze zelf had gedacht.
‘Dankzij mijn assertiviteit kan ik goed voor mijn patiënten opkomen’
''Ik had echt geen idee. Het werd Muziekmanagement omdat ik de muziekkant zo leuk vond, maar de managementkant bleek me niet te liggen. Na anderhalf jaar ben ik overgestapt naar hbo-v. Ik wist dat ik iets praktisch wilde, want ik kan me niet voorstellen dat ik werk zou doen waarbij ik van 9.00 tot 17.00 uur achter een computer zit. Het was een goede keuze om te switchen, dit werk past op dit moment in mijn leven heel goed bij mij. Ik ben jong en heb geen kinderen, dus onregelmatig werken is voor mij geen punt. Hoewel het heus fysiek best zwaar is en het werk soms pittig, is dit wat ik goed kan en ook wil. Ik kan daardoor namelijk echt iets betekenen voor anderen.”
“Jazeker! Ik twijfelde toen enorm over specialiseren of verbreden. De uitkomst van de analyse bevestigde mijn gevoel, want stiekem voelde ik meer voor verbreden. Ik miste alleen het zelfvertrouwen om dat naar mezelf uit te spreken. Ook dacht ik: als ik verschillende dingen ga doen, maak ik ze misschien niet allemaal af. Maar uit mijn TMA juist dat ik dat wel kan. Het was het laatste zetje om de stap te zetten. De AOA is een brede afdeling met veel specialismen. Fijn voor iemand als ik, die wellicht wat snel is uitgekeken op één specialisme. Ik kan me altijd nog specialiseren, maar voor nu zit ik goed.”
“Het team, omdat ik met mijn collega’s kan lachen en we onze struggles met elkaar delen, en de dynamiek op de afdeling. Mijn werk is veelzijdig en uitdagend en dat past bij mij. Patiënten zijn maximaal 48 uur bij ons en na de acute opname ben je bezig met de diagnostiek, dat kan best een puzzel zijn. Als je dan vervolgens progressie ziet bij patiënten geeft me dat zo veel energie. Mensen beter zien worden en ze met een goed gevoel naar huis kunnen sturen, is waar ik het voor doe.”
“Mijn assertiviteit, omdat ik daardoor goed voor mijn patiënten opkom. Ik durf de arts te bellen als ik iets zie en me afvraag of daar al naar is gekeken. Ik ben tenslotte de spreekbuis van de patiënt, die het soms zelf moeilijk vindt om iets aan te geven of dat op dat moment zelfs niet kan. Verder kan ik goed probleemoplossend denken. In mijn werk kan een situatie snel veranderen en dan kan ik makkelijk prioriteiten verleggen.”
“Ik kan echt bewondering hebben voor collega’s die een nog warmere band of een persoonlijker contact hebben met een patiënt, maar zelf heb ik die behoefte minder. Ik ben zeker geen botte hark en het gebeurt mij ook dat ik word geraakt. Maar ik probeer wel een professionele afstand te bewaren en me vooral te richten op het helpen van mensen, zodat ze beter worden.”
“Oh zeker, ik weet dat ik confronterend kan overkomen zonder dat ik dat zo bedoel. En ik ben chaotisch en niet zo doelgericht. Voor mezelf is het wel een enigszins gestructureerde chaos, maar ik ben weleens bang dat ik dingen vergeet.”
“Ik zou mezelf niet de meest actieve persoon noemen of iemand die het voortouw neemt om ergens verandering in te brengen. Dat is dan ook zeker iets waar ik me best wat meer op kan ontwikkelen. Ik wil dat ook, maar nu ben ik nog bezig met de opleiding die nodig is om op de AOA te kunnen werken. Dus dat komt wel. Ik ben niet iemand die ver vooruitkijkt, wellicht wil ik op een gegeven moment wel weer iets heel anders doen. Dan zou ik zeker de resultaten van de talentenanalyse er weer bij pakken of de analyse opnieuw invullen. Het kan me net als de vorige keer het zelfvertrouwen geven om een volgende stap te zetten.”
Op de Dag van de Verpleging, ook wel Dag van de Zorg, worden zorgmedewerkers in het zonnetje gezet. Het is elk jaar op 12 mei, omdat dit de geboortedatum is van Florence Nightingale (1820-1910). Zij wordt beschouwd als grondlegster van de moderne verpleegkunde.